Sportblessures

Osteopathie en sport is een bekende combinatie. In de topsport laten veel topwielrenners, -voetballers, -turnster, -ruiters en -balletdansers zich regelmatig behandelen door zowel fysiotherapeut/manueel therapeut als ook een osteopaat. De osteopaat kijkt net anders dan de fysiotherapeut/manueel therapeut en heeft andere aangrijpingspunten in de behandeling. De osteopaat kijkt meer naar de (mogelijke) oorzaak en welke patronen de blessure veroorzaakt hebben. Waardoor blijft de blessure bestaan of waardoor herstelt het lichaam niet. Voor een snel en optimaal resultaat werkt de osteopaat multidisciplinair samen met de behandelend fysiotherapeut/manueeltherapeut, personal trainer, conditietrainer, sportpsycholoog, diëtist etc.

Vaak ontstaan blessures door meerdere factoren en worden ze veroorzaakt door bewegingsverliezen in meerdere systemen. Niet alleen het bot- en spiersysteem. Maar ook het zenuwstelsel, het orgaanstelsel, het hormoon- en immuunsysteem of een combinatie hiervan. Vooral bij terugkerende blessures is het belangrijk te kijken waardoor deze veroorzaakt worden en waarom het lichaam niet herstelt.

Niet alleen topsporters hebben baat bij osteopathie, ook de amateursporter kan baat hebben bij een osteopatische behandeling. Preventief om blessures te voorkomen of bij een (terugkerende)blessure.

Jonge (top)sporters verdienen extra aandacht. Vooral in de periodes van groei, maar ook in de puberteit. In deze perioden is het lichaam extra kwetsbaar en liggen blessures op de loer. Het is dan belangrijk het lichaam zo vrij mogelijk te maken en te houden, zodat bijv. groeischijven niet overbelast worden. Bij (jonge) kinderen kunnen sportblessures optreden, die als ze niet opgelost worden, later voor klachten kunnen zorgen. Het botsysteem van het jonge kind is kwetsbaar en het is de kunst de jonge sporter niet te overbelasten.

Mogelijke indicaties zijn:

• Overbelasting blessures aan spieren, pezen en banden
• Enkel verstuiking, enkel en voetklachten
• Achillespees klachten
• Hamstring blessures ed.
• Shin splints (springschenen)
• Liesblessures
• Knieklachten zoals: chondromalacie patellae, luxaties van de patella, springersknie (jumpersknee, volleybalknie)
• Schouderklachten zoals werpersarm, rotator cuff letsels en bursitis
• Golferselleboog, tenniselleboog en werperselleboog
• Polsproblematiek
• Problematiek door groei zoals spierklachten, irritaties groeischijven
• Na val ontstane klachten